Ik zit in onze familiekamer met tegenover mij een oudere heer die deze week afscheid moet nemen van de liefde van zijn leven, met wie hij maar liefst 59 jaar getrouwd was.
Zij ligt in dezelfde ruimte opgebaard. Hij heeft zijn stoel naast haar verlaten en is naast zijn dochters op de bank komen zitten.
Omdat ik de dienst mag verzorgen, stel ik allerlei vragen, waaronder: “Was u gelijk verliefd?”
Meneer gaat rechtop zitten en kijkt mij met glimmende ogen aan. “Ik wel, maar zij niet. Ik heb wat moeite moeten doen, zal ik je vertellen.” Hij glimlacht schalks en zegt dan trots: “Maar uiteindelijk ging ze voor de bijl.”
Hij vertelt verder en ik schrijf mee, stil en verwonderd door zijn stem die vol liefde vertelt over de liefde die hen een heel leven lang heeft verbonden. Zo vormt zich voorzichtig een levensloop en de opzet voor de afscheidsdienst die over een paar dagen gaat plaatsvinden.
Iedere uitvaart is bijzonder, omdat het altijd weer een ander verhaal is, maar de verhalen van mensen die zo lang samen mochten zijn, blijf ik mooi vinden.
En toch zie ik iedere keer weer dat, hoewel het een voorrecht is om zo lang samen te mogen zijn, het ook zichtbaar veel pijn doet om elkaar los te laten.
Dit deel ik ook met meneer en hij knikt bevestigend, maar zegt dan vol overtuiging:
“Weet je, rouw is de prijs die we betalen voor de liefde, en ik kan je zeggen dat ik die liefde nooit had willen missen.”
Hij staat op van de bank en schuifelt terug naar zijn stoel naast het lichaam van zijn vrouw, pakt haar hand en zegt zacht: “Toch meisje? We hadden het nooit willen missen!”
Ik veeg snel een traan van mijn wang, ontroerd door die blijk van liefde, en knik zacht naar zijn zichtbaar emotionele dochters terwijl ik de ruimte in stilte verlaat.
En terwijl ik wegloop, kijk ik even omhoog en dank ik. Want wat ben ik elke keer opnieuw weer dankbaar voor het werk dat ik mag doen.
Reactie plaatsen
Reacties